SPREEKWOORDEN UIT DE SCHEEPVAART

Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) De historie van de scheepvaart gaat terug tot ver voor de geschreven geschiedenis. In Nederland heeft de handels(scheep)vaart of koopvaardij vooral in de 17e eeuw voor economische groei en welvaart gezorgd. Het meest bekend uit die tijd is de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Tegenwoordig is de scheepvaart onder te verdelen in zeevaart, binnenvaart en visserij. Bijna 90% van de wereldhandel verloopt via scheepvaart. Ook wordt er onderscheid gemaakt tussen beroepsvaart en pleziervaart.

Zeelieden en landrotten

7-Provincien, Michiel de Ruyter Er zijn veel spreekwoorden en gezegden waarvan de oorspong in de scheepvaart ligt. Deze spreekwoorden worden niet alleen door zeelieden maar ook door landrotten gebruikt. Sommige termen en spreekwoorden zijn zo diep in onze taal doorgedrongen dat zij niet meer als scheepstermen worden herkend. Voorbeelden hiervan zijn de woorden: inbinden 1), opdirken 2), rechtstreeks 3), ruimschoots 4), etc. Sommige spreekwoorden zijn ouder dan het Nederlandse zeewezen; sommige ervan waren bijvoorbeeld reeds bij de Romeinen en Grieken bekend en kunnen hun weg tot ons hebben gevonden via literatuur als wel via onze eigen zeevaarders. Enkele voorbeelden:

  • Navem in portu mergere.
    (in de haven schipbreuk lijden)
  • In portu navigo.
    (ik ben in veilige haven)
  • Tranquillo quilibet gubernator est.
    (bij kalm weer is iedereen stuurman)

Maakt de zee dorstig?

Opmerkelijk zijn de vele spreekwoorden die betrekking hebben op dronkenschap. Het bewijs hoeveel een zeeman van een borrel hield en houdt? Enkele voorbeelden:

  • Hij is onder zeil.
  • Hij komt met een vol zeil thuis.
  • Hij heeft zijn bramzeil gehesen.
  • Het roer is van het schip.
  • Hij gaat zeven voet diep.
  • Hij laat zijn schuitje vollopen.
  • Zijn kompas is van de pen.
  • Met tegenwind moet men laveren, wie veel drinkt zal 't ook wel leren.
  • Een goed zeeman wordt ook wel eens nat.
  • Hij heeft een nat zeil.

Nederlandse taal over de grenzen

Nederlandse taal over de grenzen Door het internationale karakter van de scheepvaart zijn tal van woorden naar vreemde talen overgegaan, maar ook het omgekeerde heeft plaatsgevonden. Het Russisch verdient in dit geval een bijzondere vermelding. In 1697 is Tsaar Peter de Grote naar Nederland gekomen om het vak van scheepsbouwer leren. Toen hij na zijn verblijf in Zaandam naar Rusland terugkeerde, trachtte hij de Nederlandse taal in zijn land in te voeren. Hij slaagde daarin echter alleen voor zoverre het de benamingen en uitdrukkingen betrof, die op het zeewezen betrekking hadden.

Bekijk spreekwoorden met als zoekwoord: water, wind, zee, rivier, schip, boot, zeil, kompas en roer.

1) inbinden: zich matigen
Het verkleinen van het zeiloppervlak bij stormachtig weer heet reven of inbinden. Het schip ligt veiliger en rustiger.
2) opdirken: versieren; verfraaien
De dirk of het dirkje is de lijn waarmee de giek wordt opgehouden wanneer er niet gezeild wordt. Deze lijn wordt ook gebruikt om het stilliggende schip bij bepaalde gelegenheden met vlaggen te versieren. Het schip wordt dan opgedirkt.
3) rechtstreeks: recht op het doel aan
Een streek is een 32ste deel van de kompasroos, waarop de 32 windstreken zijn aangegeven.
4) ruimschoots: overvloedig; in ruime mate
Zeilt men voor de wind (heeft men een "ruime" wind), dan kan men de schoot vieren, dus met ruime schoot varen.
Copyright © 2024 www.spreekwoord.nl